Wat heeft u doen besluiten CIFA bij ‘Tur Mucha Mester Kome’ te betrekken?
“Ik voelde echt dat we deze zaak moesten helpen, omdat er niet alleen het directe probleem is van extensieve honger en ondervoeding, maar ook de lange termijn bedreiging die het vormt voor onze gemeenschap op vele andere niveaus. Als kinderen honger hebben, kunnen ze zich niet concentreren op wat ze in hun schoolboeken lezen of op wat de leraar uitlegt; maar ze kunnen ook niet vrolijk buiten spelen of deelnemen aan andere activiteiten in hun vrije tijd.
Hongerige kinderen zullen niet goed kunnen studeren en dus geen goede cijfers halen op school. Ze zullen ook diepongelukkig zijn, wat zou kunnen resulteren in agressie van hun kant. Dit kan hen leiden naar een leven van criminaliteit. Deze kinderen, die geen goed gebruik kunnen maken van hun opleiding en als gevolg geen geschikte toegang tot de arbeidsmarkt krijgen, zullen uiteindelijk ons werkloosheidspercentage verhogen. Als gevolg daarvan zal onze economie negatief worden beïnvloed.
Als je dit vermenigvuldigt met meer dan 2000 kinderen – volgens onze schattingen is dit het aantal schoolkinderen dat momenteel door dit probleem wordt getroffen – krijg je een duidelijk beeld van het potentiële effect van dit probleem. Dus de directe en secundaire effecten van dit probleem hebben grote impact, daarom moeten we het nu aanpakken.”
Wie kan meehelpen aan dit project?
“Deze humanitaire inspanning heet “Tur Mucha Mester Kome – Nou Jij” om een reden. We willen iedereen betrekken bij het proces om voedsel bij deze kinderen te krijgen, en we willen dat dit blijvende hulpverlening is.
Om deze reden geven we onze volledige steun aan een onafhankelijke liefdadigheidsstichting die is opgericht om de continuïteit van dit project te waarborgen en die van plan is de activiteiten van “Tur Mucha Mester Kome” de komende drie jaar voort te zetten.”
Hoe wilt u dit project innovatief houden?
“We zijn zeer dankbaar voor de overweldigend positieve reacties van individuen en grote bedrijven. We zijn van plan om hen volledig op de hoogte te houden van het effect van hun donaties en vrijwillige inspanningen via regelmatige updates.”
